oxoweb829347

Uitdroging en ouderdom

Al vanaf het 21ste levensjaar neemt het vermogen om dorst te herkennen geleidelijk af (The Lancet 3-11-1984 Dr Paddy Phillips). Hierdoor zijn oudere mensen minder in staat de dorst van het lichaam te herkennen dan jongeren. Uit onderzoek blijkt dat uitgedroogde mensen geen dorst hebben. Sommige ouderen bleken - ondanks bloedonderzoek dat aantoonbaar watertekort aan het licht bracht- niet te willen drinken en bleven uitgedroogd. (New England Journal of Medicine 20-9-1984 Dr. Paddy Phillips).

Bij de meeste ouderen ontstaan aanzienlijke watertekorten van 3,5 tot 6 liter in tien jaar tijd. (The Lancet 12 -1-1985 Steen, Lundgren, Isakson).

Deze watertekorten leiden tot ziekteproblemen die bij ouderen in deze gevallen vaak toegeschreven worden aan ouderdomsverschijnselen. Daar zit wat in, omdat het mechanisme om de dorst te herkennen verloren is gegaan. Maar de oplossing is simpel en dat is het drinken van 2 liter water, naast thee, koffie en andere dranken per dag. Het liefst 2 glazen een half uur voor het eten en een glas een half uur na het eten.

Eiwitten en enzymen functioneren beter in oplossingen met een lage viscositeit. Ze hebben een juiste hoeveelheid water nodig om door te dringen en doeltreffend te kunnen werken in de cel. De samenwerking met chemische partners voor het produceren van het gewenste resultaat wordt door watertekort bemoeilijkt. (Ephraim Katchalski-Katzir Weitzann Instituut)

Uitdroging leidt tot een verlies van een aantal essentiële aminozuren die gebruikt worden om neurotransmitters te maken. Deze stoffen zijn nodig voor de prikkeloverdracht van de zenuwen. Dit is mede een oorzaak waardoor oudere mensen geleidelijk minder goed zien, minder zin hebben in seks, bepaalde tonen slechter kunnen horen, minder gevoelig worden en emotioneel minder geïnteresseerd zijn. Ontevredenheid neemt dan ook vaak toe. Het is een geleidelijk verlies van ons lichaamsgevoel. (Dr. Batmanghelidj, “Je bent niet ziek, je hebt dorst”)

Menu